Werkwijze - opdracht 1
Vergeet niet bij de informatiebronnen te kijken.
Wat zijn scheppingsverhalen/scheppingsmythen?
Leg in eigen woorden uit wat scheppingsverhalen en scheppingsmythen zijn, doe dit in ongeveer in half tot een heel A-4.
Soorten scheppingsverhalen.
A) Zoek aan de hand van de bronnen 5 verschillende scheppingsverhalen of scheppingsmythen. Neem er van elk continent één.
B) Vermeld van de door jou gekozen verhalen de volgende punten:
Hoe de aarde ontstaan is.
Welke namen gebruikt worden.
Welke voorwerpen gebruikt worden.
Waar het verhaal zich afspeelt (bijv: land, zee, lucht).
Waar en wanneer het verhaal is ontstaan.
Wat de boodschap van het verhaal is.
De scheppingsverhalen zelf mag je ook in je werkstuk opnemen.
Vergelijkingen.
Je hebt 5 scheppingsverhalen op internet bekeken.
Kies 2 scheppingsverhalen en leg die naast elkaar.
Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen?
Gebruik hiervoor minimaal een half A4.
Wat de functie van scheppingsverhalen was.
Beschrijf waarom de scheppingsverhalen zijn bedacht; wat was de functie van die verhalen?
Bedenk waarom mensen scheppingsverhalen lezen of nodig hebben.
Gebruik hiervoor ongeveer een half A4.
Welke functie jij nu aan een scheppingsverhaal kan geven.
Neem 1 scheppingsverhaal van vraag 2 dat jou aanspreekt.
Wat spreekt jou in dit verhaal aan?
Welke waarde kan dit verhaal voor jou hebben? Gebruik hiervoor ongeveer een half A4.